De ontdekking van organisch silicium

In 1957 richtte de belangstelling van een scheikundige, die in Frankrijk onderzoeker was bij het CNRS (Centre National de la Recherche Scientifique), zich op ‘silanolen’. Anders gezegd: hij ging onderzoek doen naar de vormen van organisch silicium die door de mens gemakkelijk opgenomen kunnen worden.

Hij ontleedde het oppervlak van bepaalde zandkorrels. Hij merkte op, dat zich daar micro-organismen ontwikkelden. Die vertoonden de eigenschap dat ze siliciumdioxide (kiezelaarde) konden oplossen met behulp van de organische zuren die ze produceerden. Deze micro-organismen vervaardigden op die manier een dun laagje van zachte kiezelaarde. En kiezelaarde is oplosbaar in water en wordt gemakkelijk opgenomen door de mens, zoals Norbert Duffaut vervolgens kon aantonen.

Het was hem opgevallen dat zich om een kwartskristal een laagje silicium ofwel kiezel bevond. Dat laagje had zich nog niet gekristalliseerd. Het kon worden afgebroken door de talrijke micro-organismen die in een natuurlijke omgeving aanwezig zijn, zoals bacteriën enz. Deze afbraak werkt als een soort ‘aanloop’ tot de vertering door enzymen die silicium in minerale toestand omzet in organische toestand en het vooral oplosbaar maakt.

Duffaut heeft lang moeten zoeken: hij had bijna 30 jaar nauwkeurig onderzoek en grondige studie nodig voordat hij de formule kon opstellen die het mogelijk maakte organisch silicium te vervaardigen. En dat laatste biedt onverwachte resultaten bij de behandeling van artrose en reuma.

Eén van de kenmerken van organisch silicium is dat het heel gemakkelijk wordt opgenomen door de huid. Het is niet nodig om het op te drinken. Een kompres aanbrengen of plaatselijk opbrengen is voldoende.

Lees ook Waarom heeft het menselijk lichaam behoefte aan organisch silicium ?